
Al twintig jaar lang loopt het onderzoek van professor Bea Van den Bergh (KUL) naar de invloed van stress op ongeboren kinderen. Precies het feit dat de 86 baby's van toen opgevolgd werden tot de achttienjarigen van nu maakt de resultaten heel interessant. De verschillen tussen de kinderen van wat ze 'hooganstige' aanstaande moeders noemt en die van 'laagangstige', rustige mama's blijken opvallend. De beslissende factor zou het stresshormoon cortisol zijn, dat de hersenontwikkeling van baby's vooral tussen 12 en 22 weken beïnvloedt. En wel meteen, want foetussen van de gestreste moeders bleken al in de buik beweeglijker dan andere. Achteraf zette zich dat door in een onregelmatiger eet- en slaappatroon en een grotere impulsiviteit op lagere schoolleeftijd. Sleutelwoord volgens professor Van den Bergh is een verhoogde reactiviteit, een feller reageren op prikkels. Dit is niet noodzaklijk een negatief gegeven, maar wel één dat de opvang van zo'n kinderen ingewikkelder maakt. Positief reactieve kinderen moeten een structuur aangeboden krijgen om hun tomeloos enthousiasme te kanaliseren. Negatief reactieve kinderen die in hun schulp kruipen door zoveel prikkels, moeten juist worden gestimuleerd om voorzichtig de wereld te verkennen. Het probleem is wel dat zwangerschapstress problemen als ADHD kan uitlokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten